Persoonlijke instellingen U1 t/m U5

Veel gebruikte instellingen opslaan

Op de camera kan je 3 voorkeuzes instellen.

Camera-instellingen kunnen worden opgeslagen onder U1 t/m U5 van het Moduswiel en kunnen herhaaldelijk worden gebruikt.
De volgende instellingen kunnen worden opgeslagen:
Belichtingsfunctie (uitgezonderd AUTO)
Gevoeligheid
Belichtingscorrectie
Transportstand
Witbalans
Instellingen van menu 1-5 (met uitzonderingen)
Instellingen van menu C 1-4 

  • Stel de belichtingsstand in en alle instellingen die moeten worden opgeslagen.
  • Selecteer [USER-stand opslaan] in Menu-5 en druk op >
  • Selecteer [Instellingen opslaan] en druk op >
  • Selecteer een USER-stand tussen [USER1] t/m [USER5] en druk op >

Gebruik van de opgeslagen USER-Stand

  • Zet het moduswiel in een stand tussen U1 t/m U5
    De naam van de USER-stand wordt getoond.

Gebruik

om de opgeslagen instellingen te controleren.

  • Wijzig de instellingen voor zover nodig.
    De belichtingsstand kan worden gewijzigd bij [Belichtingsfunctie] in menu camera-1

Kleurweegave index (CRI)

 CRI is een algemene aanduiding hoe natuurlijke kleuren overkomen wanneer deze worden belicht door een bepaalde lichtbron. In het algemeen wordt een CRI van Ra 70 of meer gevraagd voor de meeste interieurtoepassingen

Maak jouw eigen website met JouwWeb